16 juli

0 opmerkingen

Het perverse effect van het werken met verdragen

Door Leo Klinkers

16 juli 2020


EU-politici kennen het verschil niet tussen een ondemocratisch intergouvernementeel verdrag en een democratische federale grondwet. Het gebrek aan kennis is amoreel, het resultaat is immoreel...

Het perverse effect van het werken met verdragen

Mijn vorige artikel[1] was gewijd aan de genadeloze kritiek van James Madison en Alexander Hamilton (Federalist Papers 1787-1788) op de gevaarlijke gevolgen van het gebruik van een verdrag om een unie tot stand te brengen. Als een opeenstapeling van nationale belangen is een verdrag een ontbinding als de lidstaten vinden dat hun nationale belangen worden geschaad. Resultaat: een disunion.

Dit was het geval in Amerika tussen 1776 en 1787 met het verdrag 'Articles of Confederation' van de dertien staten na de Onafhankelijkheidsverklaring in 1776. In plaats van een basis te bieden voor een unie, begunstigde het verdrag ontbindende krachten. Precies hetzelfde is het geval in de Europese Unie: het intergouvernementele bestuur van de EU, gebaseerd op het Verdrag van Lissabon, werkt splitsend.

Zelfs toen al begrepen Madison en Hamilton dat een verdrag - als middel om te proberen de lidstaten te verenigen - vol systeemfouten zit; en dat zulke fouten maar één ding kunnen doen, namelijk het systeem uithollen zodat het vroeg of laat implodeert. In feite begrepen zij dat elke poging om systeemfouten te herstellen alleen maar meer fouten zou creëren; in de systeemtheorie bekend als positieve feedback (voorwaartse koppeling). Zij zagen het wijzigen van een gebrekkig verdrag en het steeds opnieuw aanpassen ervan als het domste wat men kon doen.

Daarom verdedigden zij met kracht het besluit van de Conventie van Philadelphia om het verdrag dat niet in staat was hun dertien staten als een unie bijeen te houden, in de vuilnisbak te gooien en een federale grondwet op te stellen, op basis van het adagium: knoei niet aan een verdrag dat niet goed is en maak iets nieuws dat wel goed is.

De vraag is natuurlijk: wat is goed? Welnu, Madison en Hamilton legden uit dat de Conventie van Philadelphia, door een federale grondwet op te stellen in plaats van een verdrag, een unieke constitutionele innovatie had doorgevoerd. Op basis van de ideeën van Europese politieke filosofen als Aristoteles, Althusius, Montesquieu, Rousseau en Locke creëerden zij met bindend recht een samenhang tussen de verticale scheiding der machten waardoor de dertien staten hun soevereiniteit deelden met een federaal orgaan, gecombineerd met normen voor constitutionele wetgeving (slechts zeven artikelen), de trias politica, checks and balances op basis van een perfecte toewijzing en verdeling van bevoegdheden, institutionele structuren op basis van een federale grondwet, het proces van ontwikkeling en uitvoering van beleid en toezicht op de uitvoering ervan. In de visie van Madison en Hamilton miste het verdrag de vereiste samenhang, waardoor de juridische basis van de unie erodeerde en onvermijdelijk zou instorten. Resulterend in anarchie van de natiestaten, met de onvermijdelijke oorlogen...

Waarom leren EU-politici niet van de beste praktijk ooit?

Wat zou Europa gelukkiger maken dan EU-politici die een uur lang zulke fundamentele wijsheid en kennis bestuderen? Ik weet het, het is wishful thinking, het zal niet gebeuren. Als zelfs Angela Merkel - kanselier van een van de sterkste federale staten ter wereld - zich overgeeft aan uitspraken als "We moeten opnieuw nadenken over een Grondwettelijk Verdrag", "Het is noodzakelijk de EU-verdragen opnieuw aan te passen" en "We moeten laten zien dat een terugkeer naar nationalisme niet meer, maar minder zeggenschap betekent", dan moeten we ernstig betwijfelen of de EU zal overleven. Een Grondwettelijk Verdrag bestaat niet. Net als een "zwangere man" is het een taalkundig oxymoron: twee woorden die niet bij elkaar passen. Het feit dat zij pleit voor nieuwe aanpassingen van de EU-verdragen bewijst dat de rechtsgrondslag van de EU - het Verdrag van Lissabon - fundamenteel verkeerd is. Elke poging om fouten van een fout systeem te herstellen maakt het erger. En haar waarschuwing tegen een terugkeer van het nationalisme is grotesk als men weet dat het EU-Verdrag niets anders is dan een opeenstapeling van nationale belangen. Zodra een lidstaat zich in zijn nationale belang aangetast voelt, is de eerste reflex: "Eigen land eerst", wat dezelfde reactie uitlokt bij andere lidstaten. De daaruit voortvloeiende verdeeldheid tussen de lidstaten voert ons terug naar de anarchie van de natiestaten die tussen de Vrede van Westfalen in 1648 en de Tweede Wereldoorlog verwoestende oorlogen veroorzaakte.

Er is nog een reden om fundamenteel te betwijfelen of de huidige EU-leiders ook maar een fractie weten van wat ze doen, want het is duidelijk dat ze niet leren van fouten die twintig jaar geleden zijn gemaakt. Rond het jaar 2000 was het zelfs voor de meest onwetende EU-politicus duidelijk dat het systeem van EU-verdragen de lidstaten niet bond maar oploste. In een poging genoegdoening te vinden organiseerden zij de "Conventie over de toekomst van Europa" 2001-2003 met de bedoeling de EU een betere rechtsgrondslag te geven. Het was zelfs de ambitie om toe te werken naar een federale grondwet. Maar omdat ze alle fouten uit het grote intergouvernementele foutenboek maakten, werd het een drama dat in 2009 resulteerde in de veelkoppige draak die het Verdrag van Lissabon heet.

En wat doen ze nu? De EU is van plan binnenkort een "Conferentie over de toekomst van Europa" 2020-2022 te lanceren. Het doel en de organisatie ervan zijn nog gebrekkiger dan de "Conventie over de toekomst van Europa" 2001-2003[2]. Het resultaat zal een vermenigvuldiging zijn van de fouten die inherent zijn aan pogingen om een staatsbestuur in te stellen met - opnieuw - een aanpassing van de EU-verdragen, waardoor - opnieuw - een ondemocratisch juridisch monster ontstaat dat de uiteindelijke ineenstorting van de EU zou kunnen veroorzaken. Dit is een realistische veronderstelling in het licht van de wereldwijde economische recessie, die door vooraanstaande economen wordt voorspeld en die wellicht binnenkort zal plaatsvinden. Het idee dat deze recessie met succes kan worden bestreden door de op verdragen gebaseerde EU is verwijtbare onzin. De manier waarop de "Conferentie over de toekomst van Europa" van 2020-2022 momenteel is georganiseerd, is honderden lichtjaren verwijderd van een sterke democratische constitutionele basis van de EU die in staat zou zijn de verwachte economische orkaan te weerstaan. Dit rechtvaardigt mijn stelling dat deze conferentie - indien doorgezet - samen met de verwachte economische recessie de EU de genadeslag zou kunnen geven. Advies: EU-leiders, stop onmiddellijk met deze "Conferentie over de toekomst van Europa", doe een stap terug en laat deskundigen op het gebied van federale wetgeving zien wat er gedaan moet worden om een federaal Europa tot stand te brengen.

De opmerkingen van Madison en Hamilton in mijn vorige artikel hadden betrekking op disciplines als politieke filosofie, constitutionele federale wetgeving en systeemtheorie. Ik ga nu verder met fundamentele kritiek op het verdragsrecht vanuit de discipline van de psychologie. Ik ga nog meer meedogenloze kritiek op verdragen tonen, gebaseerd op een essay van Roger Kotila[3].

Een nadere beschouwing van psychologische factoren bij de herziening van het VN-handvest en de Aardse Grondwet

Dit is de titel van Kotila's essay voor een panelpresentatie op de jaarlijkse conferentie van de Academic Council on the UN System (juli 2020). Als psycholoog richt Kotila zich op fouten van het verdragssysteem van de VN met concepten uit de psychologie. Centraal staat zijn standpunt dat het VN-systeem van verdragen moet worden vervangen door een federale aardse grondwet. Hij ondersteunt dat standpunt met de metafoor dat Bully Nations over de hele wereld zich precies zo gedragen als bendes in een gevangenis; een gedrag dat voortkomt uit paranoia. Hij associeert dit met de rol van sociopathische en psychopathische wereldleiders die eigenlijk in gevangenissen zouden moeten worden opgesloten. Het VN-handvest geeft de vijf veto-naties in de Veiligheidsraad (en hun bondgenoten en proxies) echter een stay-out-of-jail free pass, zelfs wanneer een leider gruwelijke wereldmisdaden heeft begaan.

Toch verandert er niets wat deze vetolanden betreft. Er zal geen verandering komen in de zin van een "Nieuwe VN" op basis van een federale aardse grondwet in plaats van het systeem van verdragen, omdat de vijf vetolanden zich laten leiden door angst als psychologische weerstand tegen verandering. Angst dat de andere 188 landen het ondemocratische VN-systeem zullen aangrijpen om de onbeperkte macht van de vijf vetolanden aan banden te leggen. Kotila denkt echter dat de tijd rijp is voor die 188 landen om zich van dat systeem te ontdoen. Hun gevoelens van vernedering en wrok als tweederangsburgers binnen de VN zijn een krachtige motivatie voor verandering, evenals hun behoefte aan respect en waardigheid. Ze zullen begrijpen - aldus Kotila - dat ze dat alleen krijgen in de context van een federale wereldgrondwet.

Kotila drijft de spot met het imago van de Veiligheidsraad als "verantwoordelijk voor vrede en veiligheid" door op te merken dat de vijf vetolanden in feite opereren als een criminele cabal in een oorlogshandel. Zij zijn de grootste wapenleveranciers ter wereld. Dat gaat schuil achter psychologische ontkenning in de zin van 'see no evil, hear no evil, and keep your mouth shut'. Bovendien plaatst het VN-handvest de pestlanden boven de wet, "die zwakkere landen mogen bedreigen, chanteren, omverwerpen of binnenvallen zonder consequenties voor de leiders die verantwoordelijk zijn voor deze internationale misdaden". De Aardse Grondwet brengt ons een mondiaal systeem met echte 'Law and Order', de enige praktische manier om sociopaten en psychopaten te stoppen."

Zoals Madison en Hamilton al aangaven, en zoals de bestuurlijke praktijk in de Europese Unie regelmatig aantoont, merkt Kotila op dat "naties, vooral de sterkere, niet kunnen worden verhinderd een verdrag te schenden als zij menen dat het in hun eigenbelang is om dat te doen - of het nu wel of niet in het mondiale publieke belang is." Om te vervolgen met: "We weten uit de geschiedenis dat verdragen zijn als bouwen op drijfzand. De reden hiervoor is zowel politiek als psychologisch. Politiek gezien laten naties verdragen varen met een verschuivende perceptie van eigenbelang. Maar de psychologische factor is uiteindelijk krachtiger in een mondiaal systeem dat op verdragen vertrouwt" door vast te houden aan nationale soevereiniteit met institutionele paranoia, gevoegd bij hebzucht. Hij karakteriseert institutionele paranoia als een bijproduct van het mondiale systeem van natiestaten dat is vastgelegd in het VN-Handvest. Zonder een ontmaskering van dat systeem van natiestaten zal er nooit ontwapening en wereldvrede komen: "Wanneer naties verdragen ondertekenen, die betrekking hebben op mondiale kwesties, geeft dat ons een vals gevoel van veiligheid."

Kotila is duidelijk over de structurele zwakte van het werken met verdragen. De geschiedenis leert dat ze altijd worden gebroken of genegeerd. Uit eigenbelang, particuliere belangen of religieuze belangen. De psychologische dynamiek van paranoia en hebzucht - de motieven van gevangenisbendes - is gebaseerd op de angst dat een andere partij uit is op voordelen. Want om zelf niet aangevallen of van rijkdom beroofd te worden, zullen natiestaten - net als die bendes - zich altijd willen bewapenen. Het is een automatische reactie binnen het systeem van soevereiniteit van natiestaten - zonder grensoverschrijdend bestuur dat conflicten kan voorkomen of oplossen. Het wordt beheerst door de mentaliteit van "the winner takes all" en de "survival of the fittest".

Er is geen ontkomen aan dit harde psychologische feit. Institutionele paranoia en hebzucht zullen nooit verdwijnen, hoeveel verdragen staten met een focus op eigen nationale belangen ook zullen ondertekenen. Alleen binnen een federale staatsvorm waarin staten hun soevereiniteit delen met een federaal orgaan, waarin inspecties altijd en overal kunnen plaatsvinden, kunnen paranoia en hebzucht worden beteugeld. De rechtsstaat geldt dan voor iedereen:

"Deze rechtsstaat is nodig omdat mensen met een normaal, gezond geweten het juiste zullen doen zonder de dreiging van straf, terwijl leiders van naties die sociopaten of psychopaten zijn, in toom moeten worden gehouden door de wetenschap dat ze straf zullen krijgen als ze misdaden begaan. Het is wishful thinking om te geloven dat verdragen of overeenkomsten alleen kunnen leiden tot permanente volledige ontwapening van massavernietigingswapens, het voorkomen van oorlogen of het elimineren van roofzuchtig economisch gedrag. De psychiatrische dynamiek van paranoia (en hebzucht) zal, net als bij gevangenisbendes, uiteindelijk elke op verdragen gebaseerde overeenkomst tussen soevereine naties saboteren."

Let vooral op Kotila's nadruk op het gevaar van anarchie van natiestaten als het meest voor de hand liggende bijproduct van het werken met verdragen. Hoe groter de territoriale schaal van een verdrag om naties te verenigen als een unie, hoe sneller paranoia en hebzucht zullen toeslaan en het verdrag uit eigenbelang zal worden genegeerd, met als gevolg nieuwe oorlogen als product van anarchie tussen natiestaten. Dat de overgrote meerderheid van de EU-leiders dit niet weet - of het liever negeert - is gewoon een product van politici die de grondslagen van het politieke ambt niet kennen. Maar waarom een wijs politicus als Angela Merkel dit niet begrijpt en de fouten van het Verdrag van Lissabon wil corrigeren door het systeem van EU-Verdragen opnieuw te veranderen, in plaats van een proces van fundamentele verandering te leiden - d.w.z. de totstandbrenging van een federaal Europa - is onbegrijpelijk.

Tot slot: wat is in deze context amoreel en immoreel?

Hoe past dit alles in de noties van amoreel en immoreel waarmee ik dit artikel de titel gaf:

EU-POLITICI KENNEN HET VERSCHIL NIET TUSSEN EEN ONDEMOCRATISCH INTERGOUVERNEMENTEEL VERDRAG EN EEN DEMOCRATISCHE FEDERALE GRONDWET. HET GEBREK AAN KENNIS IS IMMOREEL, HET RESULTAAT IS IMMOREEL.

Amoreel betekent: zonder idee of opvatting over wat goed of slecht is. Immoreel betekent: iets dat in strijd is met het goede.

Welnu, ik werk sinds 1980 als consultant in het openbaar bestuur van verschillende landen, na tien jaar lang het (slecht) functioneren van regeringen te hebben bestudeerd, wat ik nog steeds doe. Nooit heb ik een politicus ontmoet die de grondslagen kende van de politieke functiehet belangrijkste ambt in de wereld. Waar het politieke ambt afwezig is, vallen samenlevingen uit elkaar. Ik heb ervaren dat politiek - als de manier waarop het politieke ambt dagelijks wordt uitgeoefend - is bijna altijd de oorzaak van de ernstigste maatschappelijke problemen. Niet de oplossing. Waarom? Omdat zij onwetend zijn over de vraag welke juridische en organisatorische middelen goed en welke slecht zijn om de vrijheid, het geluk en de welvaart van hun burgers te realiseren. Gebrek aan kennis van het destructieve karakter van intergouvernementele verdragen versus het positieve karakter van federale grondwetten brengt hen in de positie van amoreel gedrag: ze kennen het verschil niet tussen goed en slecht. En omdat de sterkste politici zich laten leiden door paranoia (angst dat ze zullen worden aangevallen) en hebzucht (de sublimatie van rijkdom en macht), is het resultaat van dat gedrag immoreel: in strijd met het goede.

Wat de Europese Unie betreft, begon dit amorele gedrag en uiteindelijk immorele effect met de ernstige fout van Robert Schuman (minister van Buitenlandse Zaken, Frankrijk) in zijn beroemde Schuman-verklaring van 9 mei 1950. Tussen 1945 en 1950 werden op tal van conferenties plannen gemaakt om Europa eindelijk te federaliseren. In 1948 kwamen zelfs alle grote politieke leiders van Europa in Den Haag bijeen om hiervoor de basis te leggen, om het beroemde Manifest van Ventotene van Altiero Spinelli (1941) uit te voeren. Dit culmineerde in de Schuman-verklaring, waarin Schuman tweemaal het nut en de noodzaak van een federaal Europa benadrukte. Hij maakte echter de onvergeeflijke blunder (deels te wijten aan Jean Monnet) om de totstandkoming van dat federale Europa op te dragen aan regeringsleiders, terwijl hij eraan toevoegde: "De hierboven omschreven essentiële beginselen en verbintenissen zullen het onderwerp zijn van een verdrag tussen de staten ondertekend en ter bekrachtiging aan hun parlementen voorgelegd". Een jaar later, in 1951, legden zes regeringsleiders met de oprichting van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal de basis voor het splijtzwammenstelsel van de intergouvernementele EU. Dat sindsdien - door de opeenstapeling van systeemfouten - vele malen is aangepast, culminerend in de huidige verdelende conflicten tussen zuidelijke EU-lidstaten tegen noordelijke, tussen oostelijke lidstaten en westelijke, en alle 27 lidstaten tegen "Brussel". I rest my case.

[1] Zie Episoden van oplaaiende Europese eenheid in de context van federalisme.

[2] Zie Fouten maken is menselijk, maar volharden in fouten is duivels. Opmerkingen over de Conferentie over de toekomst van Europa 2020-2022 in Europa Vandaag.

[3] Voorzitter van de Democratic World Federalists (DWF), vice-voorzitter van de World Constitution & Parliament Association en bestuurslid van het Center for UN Constitutional Research.

{"email": "E-mailadres ongeldig", "url": "Website adres ongeldig", "required": "Verplicht veld ontbreekt"}
nl_NLNederlands