18 september

0 opmerkingen

De EU is gebouwd op verdrags-grondstoffen

Door Leo Klinkers

18 september 2022


Tussen het jaar nul en het heden is het Europese staatsbestel drie keer geëvolueerd. Anno 2022 kondigt zich een vierde fase aan. Die fase is wat het boek De totstandkoming van de grondwet voor de "Federale Staten van Europa". over gaat. Om de ernst ervan volledig te begrijpen, moet men het karakter van de vorige drie fasen kennen.

Tot de 17e eeuw was er het Europa van strijdende stammen en edelen. Sommigen waren koningen, anderen graven of hertogen. Op verschillende plaatsen heersten opstanden, waaronder in de Nederlanden onder leiding van Willem van Oranje tegen de Spaanse koning. Met zijn aansluiting bij het Heilige Roomse Rijk - een politiek verbond van wereldlijke en religieuze leiders in Midden-Europa, niet vies van tientallen jaren oorlogsvoering - was zelfs de paus van Rome bij dat geweld betrokken. 

Die fase van het Europese staatsbestel verdween langzaam na de Vrede van Westfalen in 1648. Men begon landen te maken, met grenzen. Inwoners waren niet langer onderdanen van een edelman of inwoners van een stad, maar werden burgers van een staat. Deze tweede fase was de geboorte van de Europese natiestaten. 

Volgens afspraken in Westfalen waren die staten soeverein. In de zin dat geen enkel land het recht had een ander land aan te vallen en over te nemen. 

De realiteit was anders. De oorlogen gingen gewoon door. Sommige gruwelijker dan andere. Tot en met de Tweede Wereldoorlog. Na het geweld van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) was er eerst een poging om oorlogen voorgoed uit te sluiten met het smeden van een Volkenbond. Maar die was te zwak om de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) te voorkomen. 

In wezen is het boek De totstandkoming van de grondwet voor de "Federale Staten van Europa". gaat over de juridische aard van die zwakte en dat die alleen kan worden overwonnen door nooit meer met grootschalige verdragen te werken en in plaats daarvan te kiezen voor een federale staat in Europa. 

De Volkenbond was gebaseerd op verdragen. Verdragen zijn goede instrumenten wanneer twee of hooguit drie staten willen samenwerken om één belang te behouden en te bewaken. Bijvoorbeeld het verdrag waarmee België en Nederland zich verplichten de Nederlandse Westerschelde bevaarbaar te houden voor grote schepen die naar de haven van Antwerpen in België moeten. En tegelijkertijd de natuurhistorische waarden in en rond de Westerschelde te beschermen. Maar met tientallen landen op basis van een verdrag wereldvrede proberen te bereiken is een recept voor mislukking. Vooral omdat dit Verdrag van Versailles (1919) het verslagen Duitsland tot op het bot vernederde en naar een economische afgrond leidde. Zo werd de weg geplaveid voor Hitler. 

Na de Tweede Wereldoorlog begon de derde fase van het Europese staatsbestel. Eerst ontstonden in 1945 de Verenigde Naties. Een organisatie gebaseerd op een systeem van verdragen die elk van de 193 lidstaten [1] van de VN zou kunnen negeren of schenden zonder angst om uit de VN gezet te worden krachtens artikel 6 van het VN-Handvest. De manier waarop Rusland ongestraft andermans land blijft pikken is het nieuwste voorbeeld van de structurele zwakte van het werken met verdragen, inclusief vetorechten voor degenen die verantwoordelijk zijn voor die verdragen. 

De Romeinen kenden dit probleem al. Vandaar hun gezegde: pacta servanda sund; verdragen moeten gehoorzaamd worden. Nou, dat gebeurt alleen als naleving van verdragsverplichtingen de belangen van een lidstaat niet bedreigt. Wordt het wel als een bedreiging ervaren, dan graven de hakken zich in. Verdragen zijn op deze manier speeltjes van bestuurders. Ze werken graag met verdragen omdat ze dan geen politieke verantwoording hoeven af te leggen aan een parlement. Het is immers een kenmerk van verdragen dat volksvertegenwoordigingen weliswaar een rol kunnen spelen bij het sluiten ervan, maar dat zij daarna geen of sterk afgezwakte bevoegdheden hebben om van bestuurders volledige politieke verantwoording te mogen eisen. 

Verdragen die top-down richtlijnen gebruiken om het gedrag van burgers te bepalen zijn per definitie ondemocratische instrumenten. Dit gegeven kenmerkt de zwakte van verdragsmatige, intergouvernementele samenwerking vanaf het ontstaan van grootschalige samenwerking tussen Europese landen - begonnen in 1951 met de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Als gevolg daarvan heeft de Europese Unie geleidelijk het karakter gekregen van een steeds antagonistischer samenwerking. Eén land, het Verenigd Koninkrijk, stapt op. Andere landen komen verdragsverplichtingen niet na en dreigen ook op te stappen als ze hun zin niet krijgen. Het gezag van het Hof van Justitie wordt door sommige lidstaten aangevochten. Niet alleen door Polen en Hongarije, maar zelfs door Duitsland. De Europese Commissie is aangeklaagd door verenigingen van rechters omdat zij politieke belangen verkiezen boven de naleving van verdragsverplichtingen. De niet-gekozen Europese Raad van zevenentwintig regeringsleiders en staatshoofden kan van bovenaf elke beslissing nemen die hij nuttig acht, werkt met een indirect vetosysteem dat leidt tot besluitvorming op basis van koehandel en ontbeert volledige politieke verantwoording. 

De huidige situatie binnen de EU - maar ook naar buiten toe in geopolitieke termen - heeft de kenmerken van een identiteitscrisis. Dit is de laatste levensfase van een systeem voordat het instort. Een organisatie komt in een identiteitscrisis terecht wanneer zij meer energie verbruikt dan zij opslaat om te overleven en te vernieuwen. De Europese Unie bevindt zich in een staat van (zelf veroorzaakte) entropie, een staat van verval en wanorde. 

Dat dit door sommige topambtenaren van de EU wordt erkend... [2] blijkt uit het feit dat zij openlijk durven te verklaren dat Europa een federale staat moet worden. Zij beginnen te begrijpen dat de EU na ongeveer 70 jaar aan het einde van haar politieke levenscyclus is en zich nu dus moet vernieuwen door de vorm van een federaal Europa aan te nemen. Welnu, die vernieuwing] is de vierde fase in het natuurlijke evolutieproces van het Europese staatsbestel. 

Maar .... hoe verstandig dit openlijke verlangen naar een federaal Europa ook is, er zit een fundamentele fout in: zij pleiten voor de overgang van de verdragsmatige Europese Unie naar een - eveneens - verdragsmatige federatie. Dit is onzin. Een federale staat is pas een federale staat als zijn wettelijke basis een grondwet is. Dus voorzien van alle voorwaarden die nodig zijn om democratisch en effectief te functioneren. Een beknopte grondwet die de soevereiniteit van de lidstaten van de federatie behoudt, en met de samenstelling van een federaal orgaan een klein, limitatief geheel van gemeenschappelijke Europese (niet nationale) belangen behartigt. 

Hoe zo'n beknopte grondwet eruit ziet en op welke overwegingen deze is gebaseerd, staat in het boek: De totstandkoming van de grondwet voor de "Federale Staten van Europa".. Het is opgesteld door de Burgerconventie van de Federale Alliantie van Europese Federalisten (FAEF). Het wordt aan de bevolking van Europa aangeboden als basis voor de vierde fase van het Europese staatsbestel als de Europese Unie instort en een federaal Europa kan voorkomen dat een bestuurlijk vacuüm wordt opgevuld door autocraten. Die op hun beurt doorgaan met het voeren van oorlog tussen natiestaten. 

De lancering van dit boek is Plan A van de Federale Alliantie van Europese Federalisten (FAEF). Het boek schetst ook het daaropvolgende Plan B: namelijk het delen van de ideeën van dit boek met de bevolking van Europa zodat zij de grondwet kunnen ratificeren. Het is een grondwet van, door en voor het volk, gebaseerd op het adagium: "Alle soevereiniteit berust bij het volk. Gevolgd door plan C: de bekrachtiging van de grondwet door de parlementen van de landen die zich bij het bekrachtigingsproces van plan B hebben aangesloten. De Federale Staten van Europa

Dr. Leo Klinkers 

Voorzitter van de Federale Alliantie van Europese Federalisten (FAEF)

[1] In 2022 telt de wereld 27 deelstaten die samen iets meer dan 42% van de wereldbevolking huisvesten. 

[2] Waaronder door kanselier Olaf Scholz en premier Mario Draghi.

{"email": "E-mailadres ongeldig", "url": "Website adres ongeldig", "required": "Verplicht veld ontbreekt"}
nl_NLNederlands